De gemeenteschool Clarté in Jette is de uitdaging ‘Zero afval’ aangegaan. Joëlle Decroix, leerkracht in het 4de leerjaar vertrouwde ons hun geheimen toe en gaf woorden vol van hoop en trots voor de toekomstige generatie. Een generatie die zich bewust is van en gevoelig is voor Zero Afval.
Hoe is de school een Zero-afvalschool geworden?
JD: De school Clarté bestaat al 60 jaar maar pas in september 2018 zijn we met een klein Zero-afvalproject begonnen. We zijn begonnen met een drinkbusproject door de kinderen uit te leggen hoeveel afval ze kunnen besparen door gewoon een drinkbus met kraantjeswater te vullen. We hebben ook het achterliggend economisch aspect verduidelijkt en uitgelegd dat kraantjeswater minder kost dan flessenwater, sapjes of frisdrank.
Vervolgens hebben we beslist dat onze school vanaf het volgende jaar in de mate van het mogelijke een Zero-afvalschool zou worden. We hebben deze wens tot verandering en dit initiatief uiteraard aan de ouders uitgelegd. We hebben kleine vergaderingen georganiseerd, hen de ecologische en economische kant en de voordelen voor de gezondheid van hun kinderen uitgelegd.
Vanaf september 2018 zijn we concreet begonnen met een tussendoortje bestaande uit groenten of fruit om 10u. Om 12u enkel boterhammen in brooddozen, dus geen plastic en aluminiumverpakkingen, water in drinkbussen, etc. Sindsdien zijn we het project voortdurend aan het verbeteren. We hebben bijvoorbeeld het gebruik van tawashis (spons, populair in japan) en furoshikis (Japanse vouwtechniek om cadeaus of objecten in te pakken en te vervoeren) ontwikkeld, een compost en een moestuin aangelegd, etc.
Zijn de ouders erbij betrokken?
JD: Ja, inderdaad. De kinderen zijn reeds heel erg betrokken en worden dus zeer goede ambassadeurs. De ouders moeten op een bepaalde manier het ritme volgen, want de kinderen willen bijvoorbeeld geen koekjes meer eten, ze willen geen suiker meer, etc. Ze zijn echt overtuigd van het project, van deze Zero-afvalaanpak, zodat de ouders nu ook overtuigd zijn, ook al was dat niet noodzakelijk het geval in het begin.
Is de volledige school betrokken, zoals het schoonmaakpersoneel?
JD: Inderdaad. We zijn een gemeenteschool. De gemeente Jette legt bijvoorbeeld op dat het schoonmaakpersoneel minder toxische en meer ecologische producten moet gebruiken (dus geen bleekwater meer). Dus ja, de hele school is betrokken, op alle niveaus.
Ten slotte zijn de kinderen zich echt bewust van deze aanpak?
JD: Helemaal. Alleen al voor hun gezondheid. Er zijn kinderen die me zeggen “ik ben gewicht verloren”, “ik ben fitter”, “ik voel me beter in mijn vel”, etc. Ze zijn echt gesensibiliseerd, al was het maar door hun planeet, want er wordt altijd en overal over gepraat: afval in de zee, het plastic continent, … Ze zijn dus overtuigd en willen zelf iets doen. Ze weten dat het voor hun toekomst is en zijn zich echt bewust van de uitdagingen.
Werkt de school samen met verenigingen?
JD: Ja, in het bijzonder met Leefmilieu Brussel is er een regelmatige samenwerking om activiteiten en ontmoetingen te organiseren. Ook met de vereniging Zero Waste Belgium, die activiteiten is komen uitvoeren in onze school. Ze hebben de kinderen geleerd om zelf tandpasta te maken, maar ook tawashis en een soort wrap om voeding of hun boterhammen in te verpakken.
Geeft de school ook lessen rond Zero Afval of milieueducatie?
JD: In de klas praten we er zeer veel over, tijdens de verschillende lessen, maar er zijn niet echt lessen die énkel gewijd zijn aan Zero Afval. Tijdens de les wiskunde kunnen we bijvoorbeeld de hoeveelheid afval wegen en tijdens de les Frans kunnen we een tekst over waterverbruik lezen. We kunnen dit thema gemakkelijk integreren in alle lessen en dat doen we dus ook.
Interview door Safia Choujaâ. Artikel geschreven door Réseau Idée.