Terugblik op de ontmoetingsdagen voor de scholen aangesloten bij Operatie Recyclage: samen tegen voedselverspilling
In het kader van de Europese Week van de Afvalvermindering bracht Leefmilieu Brussel het personeel samen van de scholen die aan het programma Operatie Recyclage deelnemen. Dat gebeurde tijdens twee sensibiliseringsdagen in het teken van voedselafval. Het doel van dat alles was de directies, leerkrachten en personeelsleden die instaan voor het onderhoud en de refters samenbrengen om samen na te denken over concrete oplossingen om verspilling te beperken en beter om te gaan met voedselafval. Een niet te onderschatten probleem, want gemiddeld gooit elke leerling 100 tot 130 gram eten per dag weg, wat neerkomt op ongeveer 10 kg per jaar. Die twee dagen waren een echte bron van inspiratie en draaiden rond constructieve interactie en vernieuwende ideeën om het in de scholen anders aan te pakken.
Een stevige basis om inzicht te krijgen en actie te ondernemen
De dag begon telkens met een presentatie waarin de basis van het probleem werd uiteengezet. De eerste presentatie draaide rond voedselafval en ging in op de uitdagingen die daarbij komen kijken. De tweede ging over voedselverspilling in schoolrefters en bracht dat probleem onder de aandacht met opvallende cijfers: in een school die 100 leerlingen van een maaltijd voorziet, kan de verspilling oplopen tot 2,4 ton voedsel per jaar, en de jaarlijkse kosten daarvan worden geschat op 6000 euro. Die cijfers maken nog eens duidelijk dat we in actie moeten komen, zowel vanuit ecologisch als economisch oogpunt.
Uit de presentaties kwamen ook concrete oplossingen naar voren, zoals de strategie Good Food en bestaande tools om voedselafval te meten, te analyseren en te verminderen. Die kennis vormde vervolgens het uitgangspunt voor interactieve workshops.
Gevarieerde en interactieve workshops
De verschillende workshops die we tijdens die twee dagen organiseerden, dienden om concrete oplossingen voor te stellen om tot actie over te gaan. Die oplossingen moeten aangepast zijn aan uiteenlopende omstandigheden. Tegelijk wilden we de deelnemers ook aanmoedigen om ervaringen uit te wisselen en bij elkaar inspiratie op te doen. Zo maakten ze grondiger kennis met thema’s als afvalvermindering in grootkeukens, de vorming van de leerlingen aan de hand van activiteiten in de klas en composteren op school.
Uit de workshops bleek bijvoorbeeld dat het belangrijk is om de leerlingen te betrekken bij afvalbeheer. Dat kan door hen verantwoordelijkheidszin rond sorteren bij te brengen of te laten kennismaken met compostering. Meermaals kwam ook ter sprake dat zulke veranderingen van een school echt een duurzaamheidsvoorbeeld kunnen maken als ze goed geïntegreerd raken in het dagelijkse reilen en zeilen.
Johanna Bouriault, lerares lager onderwijs, kon zich helemaal vinden in de workshop rond voedselverspilling in de refters: “Door kleinere hoeveelheden op te scheppen hebben we duidelijk minder restjes. Dat toont dat eenvoudige aanpassingen onmiddellijk een impact kunnen hebben.”
Elke Rosseel staat in de kleuterschool en formuleert het als volgt: “In de klas kijken we samen wat er in de brood- en fruitdozen zit om de kinderen aan te moedigen om alles op te eten. Ik heb ook geleerd dat de organisatie van de vuilnisbakken cruciaal is om iedereen mee te krijgen om juist te sorteren. We hebben besloten om hun plek duidelijker aan te geven op school en affiches aan te brengen om de leerlingen en het personeel beter te sensibiliseren.”
Inspirerende getuigenissen van op het terrein
Ook naast de workshops deelden verschillende deelnemers hun ervaring om de concrete impact van hun acties in hun scholen te illustreren. Dominique Decort, leerkracht in de kleuterschool, benadrukte dat we er echt vroeg mee moeten beginnen: “Bij de kleintjes zijn de slechte gewoonten nog niet hardnekkig. Als we ze nu tonen hoe het wel moet, kunnen ze echte ambassadeurs van verandering worden.” Ze vermeldde ook de educatieve en persoonlijke voordelen voor de leerlingen. Hun gevoel van eigenwaarde gaat er immers op vooruit als ze aan een gemeenschappelijk project bijdragen.
Die getuigenissen tonen hoe belangrijk het is om de leerlingen erbij te betrekken. Dat merkt ook opvoedster en refterverantwoordelijke Souad Zenasni: “De kinderen gaan inzien dat ze geluk hebben dat ze toegang hebben tot gevarieerde voeding. Ze zijn gemotiveerder om niet te verspillen.”
Een gezamenlijke uitdaging
Deze sensibiliseringsdagen maakten duidelijk dat in actie komen tegen voedselverspilling een engagement vraagt van de hele schoolgemeenschap: leerlingen, leerkrachten, ouders en refterpersoneel. De gedeelde tools, zoals de app Looping en de pedagogische toolboxen van Manger Demain, maken die transitie toegankelijker en doeltreffender.
De porties verkleinen, de leerlingen en het personeel van de school sensibiliseren of een composteersysteem opzetten zijn doeltreffende en toegankelijke acties die het verschil kunnen maken. Meer informatie over de initiatieven en de voorgestelde oplossingen is beschikbaar via het programma Operatie Recyclage.